Kijkcijfers versus kwaliteit

[16 oktober 2010]

Enkele weken geleden stelde John de Mol in ‘De Wereld Draait Door’ dat het televisieprogramma Voice of Holland wel 3 miljoen kijkers zou kunnen halen. Gisteren – 15 oktober – was het zover, volgens Stichting Kijkonderzoek keken iets meer dan 3 miljoen mensen naar dit spectaculaire programma. Een eerste plaats in de Dag Top 25 van beste bekeken programma’s. Hulde voor De Mol. Later die avond keken 190.000 personen naar de televisiefilm ‘Overmorgen’ van Natasja André de la Porte. Dit juweeltje van een film is gemaakt in het kader van het fantastische project One Night Stand.

De macht van het getal

Oppervlakkig geredeneerd zou men kunnen stellen dat films met relatief zo weinig kijkers dan maar niet meer gemaakt moeten worden. Het is echter appels met peren vergelijken. Bepaalde vormen van vermaak trekken nu eenmaal meer kijkers, bezoekers, luisteraars dan andere culturele uitingen. Het betekent echter niet dat we daarom alleen maar de macht van het getal mogen laten spreken. Het enige criterium dat er op cultureel gebied echt toe doet is kwaliteit. Die kwaliteit valt te beargumenteren en te meten. Daarom zou het niveau van de culturele uiting het enige doorslaggevende argument moeten zijn of een project al dan geen doorgang mag vinden. In dat opzicht is de film ‘Overmorgen’ met vlag en wimpel geslaagd en mogen maakster en cast tevreden zijn met de prestatie.

Goede kwaliteit heeft een prijs. Bekijken we in dat opzicht de waaier aan televisieprogramma’s, dan blijkt er vaak weinig correlatie tussen kwaliteit en budget. Weer een reden om het kwaliteitsniveau als leidraad te nemen.

Conclusie: laat kwaliteit leidend zijn en besef dat de hoogte van de kijkcijfers niet zaligmakend is.